Vanwege de tocht was het geen overbodige weelde om een portaal aan de kapel te bouwen. Architect C. Franssen uit Roermond maakte een tekening met bestek en ook dat karwei, moest in de zomer van 1909 klaar zijn. Het werk werd gegund aan aannemer J Derikx. Tussen de kapel en het portaal kwam een tochtdeur met drukveren, naar beide zijden openslaande. Het plafond werd betimmerd. De bedoeling was, dat bij hevige westenwind de deur aan de westzijde gesloten bleef en bij oostenwind die aan de oostzijde. De pastoor liet de zware eikenhouten buitendeuren voorzien van de grootste soort Lips deurdrangers en als het windstil was, vooral in de zomer, kon men beide deuren open vastzetten. Later heeft schilder Poell uit Tienray het binnenste van het portaal in de trant van de kapel gepolychromeerd. Er moest nog een portaaltje komen bij de uitgang van de sacristie aan de noordzijde.