Inhoud reglement R.K. begraafplaats Parochie
O.L.V. Troosteres Der Bedrukten

1. ALGEMENE BEPALINGEN 4
1.1 Begripsaanduidingen 4
1.2 Bestuur 4
1.3 Regeling voor een begraving 5
1.4 Bevorderen van natuurlijke ontbinding 5
1.5 De begraving en de bewaring van een asbus 5
1.6 Werkzaamheden op de begraafplaats 6
1.7 Bezoekers 6
1.8 Administratie 6
2. HET VESTIGEN VAN GRAFRECHTEN 7
2.1 Schriftelijke overeenkomst 7
2.2 Uitgifte van graven 7
2.3 Recht op eigen graf 7
2.4 Adres rechthebbende 7
2.5 Overlijden rechthebbende 8
2.6 Overdracht grafrecht 8
2.7 Weigering tot begraving of bijzetting 8
2.8 Ontbindende voorwaarden grafrechten 8
3. HET VERLENGEN VAN GRAFRECHTEN 9
3.1 Schriftelijk informeren van de rechthebbende 9
3.2 Verzoek rechthebbende 9
3.3 Voorwaarden voor verlenging 9
3.4 Verlenging bijzetting 9
4. EINDE VAN DE GRAFRECHTEN 10
5. INDELING VAN DE BEGRAAFPLAATS EN ONDERSCHEID VAN DE GRAVEN 10
5.1 Indeling door het bestuur 10
5.2 Soorten van graven 10
5.3 Enkele graven 11
5.4 Dubbele graven 11
5.5 Kindergraven 11
5.6 Eigen Urnengraf 11
6. ASBUSSEN 11
6.1 Bewaring van asbussen 11
6.2 Recht op het bewaren van een asbus 11
6.3 Ruiming van asbussen 12
7. GRAFTEKENS EN GRAFBEPLANTINGEN 12
7.1 Vergunning 12
7.2 Risico schade aan graftekens 12
7.3 Onderhoud graftekens en grafbeplantingen 12
7.4 Plaatsen, verwijderen, herplaatsen van een grafteken door rechthebbende 13
7.5 Tijdelijke verwijdering grafteken door de beheerder 13
7.6 Verwijdering graftekens na einde grafrecht 13
8. TARIEVEN EN ONDERHOUD 13
8.1 Tarieven 13
8.2 Algemeen onderhoud 14
8.3 Beperkte onderhoudsverplichting 14
8.4 Ruiming van graven en asbussen 14
8.5 OVERGANGSBEPALING 14
9. Slotbepalingen 14
9.1 Sluiting van een begraafplaats 14
9.2 Klachten 15
9.3 Onvoorzien 15
9.4 Vervallen verklaring eerdere reglementen 15
9.5 Wijziging reglement 15

 

 

 

 

 

1. ALGEMENE BEPALINGEN
1.1 Begripsaanduidingen
Artikel 1

1. Bestuur: het Kerkbestuur van de R.K.-Parochie O.L.V. Troosteres Der Bedrukten te Tienray, eigenaresse van de begraafplaats.
2. Begraafplaats: het terrein bestemd voor het begraven of bijzetten van overleden parochianen of hun asbussen, gelegen aan de Kerkhoflaan te Tienray. Het begraven of bijzetten van overleden niet-parochianen of hun asbussen kan alleen na voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur plaatsvinden
3. Beheerder: degene die door het bestuur is belast met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats
1 Dhr: Peter Rongen Swolgenseweg 12 e 5865 AX Tienray 06 34 44 28 21
bij afwezigheid
2 Dhr Jan Koppes Ger Wijnhovenstraat 11 5865 BD Tienray 0478 69 24 51
4. Eigen graf: eigen graf(Urnen graf) een ruimte op de begraafplaats, bestemd voor het begraven of bijzetten van een of meer overledenen of hun asbussen, waarvan het gebruiksrecht voor de duur van 20 jaar is verleend aan een rechthebbende volgens de voorwaarden van dit reglement. Het gebruiksrecht kan worden verlengd
5. Rechthebbende: de meerderjarige persoon aan wie het recht op een eigen (Urnen)graf is verleend
6. Grafrechten: het recht op een eigen (Urnen)graf voor 20 jaar en het recht op bewaring van een asbus in de urnen-bewaarplaats voor 20 jaar. Indien binnen het verstreken termijn een overledenen word bij gezet in een graf
of urnengraf komen alle eerder gesloten overeenkomsten te vervallen en begint het nieuwe termijn ingaande
af datum van bij zetting

7. Bijzetting:
a. het begraven van een overledene in een graf waarin reeds een overledene is begraven
b. het begraven van een asbus/urn in een graf waarin reeds een overledene of een asbus/urn is begraven
c. het plaatsen van een urn op een graf waarin reeds een overledene of een asbus/urn is begraven
d. het plaatsen van een asbus in een urnenbewaarplaats.(columbarium)
8 Asbus: hermetisch afgesloten koker met de as van de overledene, waarop diens naam en voorletters, alsmede een registratienummer in onuitwisbare letters en cijfers staan vermeld.
9 Urn : voorwerp waarin een of meer asbussen zijn opgeborgen. De bepalingen voor asbussen in dit reglement gelden ook voor urnen.

1.2 Bestuur
Artikel 2
Het bestuur is gebonden aan het Algemeen Reglement voor het bestuur van een parochie van de Rooms Katholieke Kerk in Nederland en ter zake van het beheer van de begraafplaats bovendien aan dit reglement.

 

1.3 Beheerder
Artikel 3
Het bestuur kan een van zijn leden of een andere persoon, in dit reglement te noemen beheerder, belasten met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats..

 

1.3 Regeling voor een begraving
Artikel 4

1 Voor de begraving dient het verlof tot begraving en of de bezorging van de as te worden getoond.

2 De voor de begraving en bewaring van een asbus noodzakelijke bescheiden, zoals de grafakte .

3 De materialen die verwerkt zijn in de lijkkist, de lijkhoes en de kleding van de overledene
dienen zoveel mogelijk van natuurlijk verteerbare aard te zijn. In geval van ernstige en gerecht vaardige
twijfel of de materialen aan deze eis voldoen, kan de beheerder een controle instellen.
Blijken de gebruikte materialen niet aan deze eis te voldoen dan kan men de begraving geweigerd worden.


1.4 Bevorderen van natuurlijke ontbinding
Artikel 4 a

1 Het is verboden om een overledene te begraven in een zinken of ander metalen of kunststof binnenkist.

2 Het is verboden om een overledene te begraven met gebruikmaking van een lijkhoes die niet voldoet aan de voorwaarden van het lijkomhulsel besluit 1998.

3 Het is verboden om in een kist of ander omhulsel voorwerpen of objekten bij te sluiten die niet tot de kist of de overledene behoren, anders dan kleine verteerbare grafgiften.

4 Bij het ter begraving aanbieden van een kist of ander lijk omhulsel dient tenminste 24 uur, voorafgaande aan het tijdstip van de begraving een schriftelijke verklaring te worden overlegd volgens een door het bestuur vast te stellen model omtrent de aanwezigheid van de voorgaande leden bedoelde materialen en voorwerpen. Idien van een lijkhoes gebruikt wordt gemaakt, zal de aanbieder tevens moeten overleggen.

A Een afschrift van een rapport waaruit blijkt dat de gebruikte hoes voldoet aan de normen van
het Lijkomhulselbesluit.
B Een bewijs dat de betreffende hoes is aangekocht.

 

 

1.5 De begraving en de bewaring van een asbus
Artikel 5

1 Een begraving of de bewaring van een asbus geschiedt op een dag en uur, met de beheerder tevoren overeen gekomen en volgens aanwijzing van de beheerder.
De begraafplaats is niet toegankelijk voor de lijkwagen of de volgwagens.
De beheerder kan uitsluitend voor mindervalide personen, uitzondering toestaan.

2 De lijkkist dan wel het omhulsel en of de asbus moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk
Deze moeten worden opgenomen in de administratie van de begraafplaats

 


1.6 Werkzaamheden op de begraafplaats
Artikel 6

1 Het delven en dichten van graven, het openen van een graf, het opdelven van stoffelijke resten en het bijzetten van asbussen geschieden uitsluitend door het personeel van de begraafplaats of, in opdracht van het bestuur, door derden.

2 Het bestuur geeft aan hen, die door de rechthebbenden zijn belast met de bouw, de aanleg of het onderhoud van de graftekens en/of beplantingen gelegenheid om hun werkzaamheden te verrichten op tijden door de beheerder aan te geven en volgens de aanwijzingen van de beheerder.

3 Geen werkzaamheden mogen worden verricht tijdens begravingen en diensten op het kerkhof. Op zaterdagen, zon- en feestdagen mogen uitsluitend werkzaamheden door beroepskrachten worden verricht ten behoeve van het op die dag begraven van een overledene. De grafverzorging door de nabestaanden is toegestaan.

4 Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te worden meegenomen of te worden geplaatst of gestort volgens aanwijzingen van de beheerder. Het bestuur aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor het zoekraken of vernielen van materialen.


1.7 Bezoekers
Artikel 7

Het bestuur bepaalt de tijden, waarop de begraafplaats voor bezoekers toegankelijk is. De begraafplaats is voor auto's en voor fietsen (al dan niet met hulpmotor) gesloten. De beheerder kan voor mindervalide uitzondering toestaan. Honden worden alleen aangelijnd op de begraafplaats toegelaten. Bezoekers worden verzocht luidruchtigheid te vermijden. Voor het houden van dodenherdenkingen of de plechtige onthulling van een grafteken moet tevoren schriftelijke toestemming zijn verkregen van het bestuur.


1.8 Administratie
Artikel 8

1 Het bestuur is verantwoordelijk voor het voeren van een begraafplaatsadministratie. Deze administratie bevat in ieder geval over een register, waarin de overledenen met vermelding van hun identiteitkenmerk en aanduiding van de plaats de begraafplaats waar zij zijn begraven zijn alsmede een dergelijk register van de bewaarde asbussen Dit register is openbaar. Daarnaast bestaat een nabestaandenbestand grafrechten waarin de namen en adressen van alle rechthebbenden worden geregistreerd.

2 Het boekjaar van de begraafplaats loopt van 1 januari tot en met 31 december. Alle rechten verleend in het eerste halfjaar worden geacht te zijn verleend per 1 januari daaraan voorafgaand . Alle rechten verleend in het tweede halfjaar verleend worden geacht te zijn verleend per 1 januari daar opvolgend.

2. HET VESTIGEN VAN GRAFRECHTEN
2.1 Schriftelijke overeenkomst
Artikel 9

1 Een grafrecht wordt gevestigd door een schriftelijke overeenkomst met het bestuur, genaamd grafakte.

2 Op de begraafplaats kunnen begraven worden:
- zij die als parochiaan staan in geschreven bij de parochie en zij die met een parochiaan gehuwd
waren, of die met een parochiaan een duurzaam huishouden vormden
- Oud parochianen die in een instelling voor gezondheidszorg, en die vooreen tot de parochie
behoorden.

3 Het bestuur kan van lid 2 in uitzonderlijke gevallen afwijken en toestaan dat anderen op de
begraafplaats kunnen worden begraven.

 

2.2 Uitgifte van graven
Artikel 10

De graven van een gravenveld worden in volgorde, door de beheerder te bepalen, uitgegeven. Het is niet mogelijk een grafruimte te reserveren, tenzij een recht wordt verworven als bedoeld in artikel 11.


2.3 Recht op eigen graf
Artikel 11

Het bestuur kan één meerderjarige persoon het uitsluitend recht verlenen om voor twintig jaren gebruik te maken van een bepaalde (Urnen) grafruimte ten behoeve van hemzelf, de echtgenoot, pleeg – of stiefkind of bloed – of aanverwant tot en met de vierde graad. Dit recht wordt verleend onder de voorwaarden, in dit reglement gesteld of door het bestuur later te stellen. In ieder geval moet betaling op grond van artikel 37 van dit reglement zijn geschied en moet bij de rechtsverkrijging schriftelijk worden ingestemd met het ruimen van het graf (artikel 40) wanneer dit recht, door welke oorzaak dan ook geëindigd is.

 

2.4 Adres rechthebbende
Artikel 12

De rechthebbende is verplicht zijn adres aan het bestuur op te geven, alsmede de wijziging van adres.


2.5 Overlijden rechthebbende
Artikel 13

1 Binnen 6 maanden na overlijden van een rechthebbende dient het grafrecht na daartoe strekkend verzoek van de erfgena(a)m(en) te worden overschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerd partner of andere levenspartner een bloed of aanverwant tot en met de vierde graad, of een pleeg – of stiefkind overeenkomstig met artikel 14.

2 Indien rechthebbende is overleden en in het graf dient te worden begraven of zijn asbus dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving als bedoeld in lid 1 van dit artikel voorafgaand aan die begraving of bijzetting te worden gedaan.

 

2.6 Overdracht grafrecht
Artikel 14

1 Een grafrecht kan worden overgedragen door overlegging aan het bestuur van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht met vermelding van personalia en het adres van de rechtsopvolger.

2 Overdracht aan een ander dan de echtgenoot,geregistreerd partner of levenspartner een bloed - of aanverwant tot en met de vierde graad of een pleeg of stiefkind van de rechthebbende is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan naar het oordeel van het bestuur.

3 Een rechthebbende kan afstand doen van grafrechten, zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding. Afstand dient schriftelijk te geschieden.

 

2.7 Weigering tot begraving of bijzetting
Artikel 15

Het bestuur behoudt zich het recht voor, ook nadat grafrechten zijn verleend, begraving en/of bijzetting, om canonieke r begraving an een overledene en met name bijzetting in een dubbelgraf, een familiegraf, onder teruggave van reeds betaalde rechten, of alleen de begraving en/of bijzetting op een bepaald gedeelte van de begraafplaats toe te staan.

 

2.8 Ontbindende voorwaarden grafrechten
Artikel 16

Het bestuur verleent grafrechten uitdrukkelijk voor de tijd gedurende welke het terreingedeelte, waarin zich de (Urnen) graven bevinden, tot de begraafplaats blijven behoren en voor de tijd dat de begraafplaats in exploitatie blijft.
Aan de toegekende grafrechten kan geen titel ontleend worden zich te verzetten tegen de bestemmingsverandering van (een gedeelte van) de begraafplaats of tegen de voorgenomen sluiting of gesloten verklaring van de begraafplaats.

 


3. HET VERLENGEN VAN GRAFRECHTEN
3.1 Schriftelijk informeren van de rechthebbende
Artikel 17

1 Het bestuur zal uiterlijk één jaar voor het verstrijken van een termijn, waarvoor grafrechten zijn verleend en die kunnen worden verlengd, de rechthebbende schriftelijk attenderen op het eindigen van de grafrechten en de voorwaarden bekend maken, waaronder deze grafrechten kunnen worden verlengd voor een termijn 10 jaar.
Tegen de dan geldende tarieven.

2 Indien het adres van de rechthebbende onjuist is of onbekend is, zal getracht worden door het bestuur, het adres te achterhalen.

3 Indien het adres van de rechthebbende niet ingevolge lid 2 kan worden achterhaald, dan zal het einde van de termijn door aanplakking worden meegedeeld bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats. De mededeling blijft aangeplakt tot het einde van de termijn van het grafrecht.

 


3.2 Verzoek rechthebbende
Artikel 18

1 Een rechthebbende kan binnen twee jaren voor de afloop van de termijn schriftelijk verlenging van zijn rechten aanvragen voor een aansluitende termijn van 10 jaren.

2 Het bestuur zal een aanvrage ingevolge lid 1 inwilligen. In zoverre van recht tot begraven gebruik is gemaakt,
en geen bijzondere reden, zoals de voorgenomen ruiming van een gravenveld, zich daarin tegen verzetten.


3.3 Voorwaarden voor verlenging
Artikel 19

De verlenging van grafrechten wordt slechts verleend wanneer het onderhoud van het graf zich naar het oordeel van het bestuur niet bevindt in kennelijke staat van verwaarlozing en op de voorwaarden geldend op het tijdstip waarop de verlenging ingaat en volgens de als dan geldende tarieven.


3.4 Verlenging bijzetting
Artikel 20

Wanneer in een eigen graf, bestemd tot het begraven van meerdere overledenen of hun as bussen,
een bijzetting heeft plaatsgevonden, wordt een lopende termijn van een grafrecht afgesloten en wordt een nieuw termijn van 20 jaar geacht te zijn ingegaan.

4. EINDE VAN DE GRAFRECHTEN
Artikel 21
De grafrechten vervallen:

a door het verlopen van de gestelde termijn.

b indien de betaling van een overeengekomen verlenging van het grafrecht niet binnen één jaar na aanvang van de verlenging overeenkomstig artikel 37 van dit reglement is geschied.


c indien de aankondiging van het aflopen van de termijn van het grafrecht overeenkomstig artikel 17 bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats aangeplakt is geweest en de rechthebbende gedurende die periode niet heeft gereageerd.

d indien de rechthebbende het onderhoud van grafteken of beplanting verwaarloost en na sommatie weigert te doen herstellen of de herstelkosten te voldoen, overeenkomstig artikel 33.

e indien een terreingedeelte, waarin zich de (Urnen)graven bevinden, aan de bestemming van de begraafplaats
wordt onttrokken of wanneer de begraafplaats niet meer als zodanig wordt geëxploiteerd, overeenkomstig
artikel 16;

5. INDELING VAN DE BEGRAAFPLAATS EN ONDERSCHEID VAN DE GRAVEN
5.1 Indeling door het bestuur
Artikel 22

Het bestuur behoudt zich het recht voor de aanleg en de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de gravenvelden en het onderscheid in (Urnen)graven vast te stellen en te wijzigen.

 

5.2 Soorten van graven
Artikel 23

1 Het bestuur verleent rechten op het tijdelijk gebruik van:

a. een eigen enkel of dubbeldiep graf, in een vak waarop toegelaten worden graftekens na afzonderlijke goedkeuring van het bestuur.

b. een eigen kindergraf of een eigen graf voor een doodgeboren of een onvoldragen vrucht in een vak, waarop toegelaten worden graftekens na afzonderlijke goedkeuring.

c. een eigen Urnengraf in een Urnengravenveld

2 De modellen graftekens worden omschreven in de voorschriften voor het toelaten van graftekens en
beplantingen, zoals voorzien in artikel 31 .

 

 

 


5.3 Enkele graven
Artikel 24

In een enkeldiep graf, mag geen bijzetting plaats vinden. ( Uitgezonder van asbus of urne).


5.4 Dubbele graven
Artikel 25

Een dubbeldiep graf is bestemd voor het begraven van twee met namen aangeduide personen.
In een dubbeldiep graf worden twee overledenen boven elkaar (niet naast elkaar) begraven,
dan wel een overledenen en een asbus(sen)/urn(en). Alleen de als rechthebbenden ingeschreven persoon kan degenen aanwijzen, die na het overlijden in een dubbeldiep graf mogen worden begraven of bijgezet


5.5 Kindergraven
Artikel 26

In een kindergraf wordt een overleden kind begraven dat niet ouder was dan 12 jaar.


5.6 Eigen Urnengraf
Artikel 27


In een Urnengraf kunnen maximaal vier asbussen worden begraven.

 

6. ASBUSSEN

6.1 Bewaring van asbussen

Artikel 28

Asbussen kunnen op de begraafplaats bewaard worden door bijzetting:

a. in een bestaand graf.
b. In een eigen urnengraf dat deel uitmaakt van een gravenveld van urnen.
c. Op een bestaand graf in een urn, die hecht aan de ondergrond is verbonden.


6.2 Recht op het bewaren van een asbus
Artikel 29

De artikelen 9 t/m 16 zijn van overeenkomstige toepassing voor degenen die een recht willen vestigen op het bewaren van een asbus op de begraafplaats op een van de in artikel 28 genoemde wijzen.

 

 

6.3 Ruiming van asbussen
Artikel 30

Ruiming van een asbus na het vervallen van het recht op bewaren van de asbus geschiedt door verstrooiing van de as.


7. GRAFTEKENS EN GRAFBEPLANTINGEN

7.1 Vergunning
Artikel 31

Het bestuur kan uitsluitend aan rechthebbenden vergunning verlenen om graftekens en/of beplantingen op eigen graven te doen aanbrengen. Deze moeten voldoen aan de voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen en grafkelders behorende tot dit reglement en die door het bestuur vastgesteld. Deze voorschriften worden op verzoek aan iedere belanghebbende door de beheerder verstrekt. Graftekens en/of beplantingen die naar het oordeel van het bestuur niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften, worden door het bestuur geweigerd en kunnen na aangebracht te zijn door het bestuur op kosten van de rechthebbende worden verwijderd.

 

7.2 Risico schade aan graftekens
Artikel 32

1 de graftekens worden door natrekking formeel eigendom van de eigenaar van de grond. Het bestuur aanvaardt deze graftekens even wel niet in beheer. Dit betekend dat de rechthebbende onverminderd verantwoordelijk blijft voor de voorwerpen die zich op de graven bevinden. Alsmede voor het onderhoud, met inachtneming van het bepaalde in artikel 33.

2 Schade aan graftekens ontstaan door storm,vandalisme en/of door de op de begraafplaats uitgevoerde werkzaamheden door personeel van de begraafplaats wordt door het bestuur, uitsluitend vergoed tot het bedrag waarvoor deze risico’s door desbetreffende verzekeringsovereenkomsten van het bestuur zijn gedekt.


7.3 Onderhoud graftekens en grafbeplantingen
Artikel 33

1 De graftekens en grafbeplantingen moeten ten genoegen van het bestuur worden onderhouden door de rechthebbende. Onder behoorlijk onderhoud wordt mede verstaan het doen herstellen, vernieuwen of waterpas stellen van graftekens en/of beplanting.

2 Wanneer naar het oordeel van het bestuur het onderhoud wordt verwaarloosd zal rechthebbende schriftelijk worden gesommeerd dit herstel of onderhoud te doen plaatsvinden. Afschrift van deze sommatie wordt, als de rechthebbende onbereikbaar is, bij het graf en de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na een jaar is het bestuur gerechtigd ofwel het omschreven herstel of onderhoud op kosten van rechthebbende te doen plaatsvinden ofwel het grafteken en/of beplantingen op kosten van rechthebbende te doen verwijderen. Wanneer rechthebbende verklaart deze kosten voor herstel, onderhoud of verwijdering niet te willen voldoen of wanneer rechthebbende deze kosten na uitvoering niet binnen drie maanden na factuurdatum aan het bestuur heeft voldaan of wanneer de rechthebbende in gene dele heeft gereageerd op de sommatie, vervalt het grafrecht zonder dat een evenredig terugbetaling kan worden verlangd.

3 De aangeplakte sommatie wordt eerst verwijderd indien de rechthebbende in het onderhoud voorziet of het grafrecht is vervallen.


7.4 Plaatsen, verwijderen, herplaatsen van een grafteken door rechthebbende
Artikel 34

Opdracht tot het plaatsen van een grafteken, tot het verwijderen van een grafteken voor een bijzetting en tot het herplaatsen daarvan na een bijzetting moet worden gegeven door de rechthebbende. Wanneer een verwijderd grafteken zich op de begraafplaats bevindt en niet binnen drie maanden na de bijzetting wordt herplaatst is het bestuur gerechtigd de delen daarvan van de begraafplaats te doen verwijderen en te doen vernietigen op kosten van de
rechthebbende.


7.5 Tijdelijke verwijdering grafteken door de beheerder
Artikel 35

1 Indien het vanwege het beheer van de begraafplaats naar het oordeel van de beheerder nodig is kunnen het grafteken en/of de beplanting van het graf van een rechthebbende op last van en voor rekening van het bestuur worden weggenomen en kan op het graf tijdelijk zand worden gedeponeerd. De rechthebbende wordt hiervan tevoren in kennis gesteld.

2 Verwelkte bloemen en ontsierende voorwerpen kunnen door de beheerder zonder voorafgaande waarschuwing van de graven worden verwijderd.


7.6 Verwijdering graftekens na einde grafrecht
Artikel 36

Binnen 3 maanden na het eindigen van het grafrecht kunnen grafteken en/of grafbeplanting door de rechthebbende van het graf worden verwijderd. ( alleen door gespecialiseerde personen) indien de rechthebbende na verloop, van drie maanden van deze mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt is het bestuur gerechtigd en/of grafteken, beplanting te doen verwijderen en te doen vernietigen. Op kosten van de grafrecht hebbende Tegen de dan geldende tarieven.
Voorzover deze kosten niet reeds via het tarief voor het grafrecht zijn doorbelast

 

8. TARIEVEN EN ONDERHOUD
8.1 Tarieven
Artikel 37
1 Voor het vestigen en verlengen van een grafrecht, voor bijzettingen, voor onderhoud en voor het verwijderen van graftekens en/of beplanting bij het einde van de termijn waarvoor een grafrecht is aangegaan worden tarieven geheven. Deze zijn als volgt samengesteld.
Het tarief voor het grafrecht is samengesteld uit:
a. een bedrag voor de werkzaamheden aan het (Urnen) graf.
b. een bedrag voor het grafrecht
c. een bedrag ter bestrijding van de kosten van het door het bestuur uit te voeren algemene onderhoud van de begraafplaats, voor de duur van het grafrecht.
d. een bedrag ter bestrijding van de kosten van verwijderen en vernietiging van het, grafteken en/of grafbeplanting na het eindigen van het grafrecht.
2 Het bestuur stelt een afzonderlijke lijst op van de voor de begraafplaats geldende tarieven.

 


8.2 Algemeen onderhoud
Artikel 38

Het bestuur zal zorg dragen dat de afrasteringen,en/of de ommuring, de paden, de groenvoorziening en de beplanting van de begraafplaats worden onderhouden.

8.3 Beperkte onderhoudsverplichting
Artikel 39

Het bestuur verplicht zich aan het in artikel 37 omschreven onderhoud te besteden maximaal de bedragen, die uit de tarieven op grond van artikel 37 voor onderhoud zijn verkregen en daarvoor per jaar beschikbaar zijn, alsmede eventueel van overheidswege daarvoor verkregen subsidies. Deze beperking van de onderhoudsverplichting geldt in het bijzonder na sluiting of gesloten verklaring van de begraafplaats.


8.4 Ruiming van graven en asbussen
Artikel 40

Het bestuur heeft het recht de (urnen)graven en in de urnenbewaarplaats bewaarde asbussen, waarvan de rechten meer dan drie maanden zijn vervallen, te doen ruimen, met inachtneming van de wettelijke termijn.

 

8.5 OVERGANGSBEPALING
Artikel 41

1 Indien de tijdsduur welke in het verleden op de begraafplaats aan een grafrecht werd verbonden, niet meer
aantoonbaar is vast te stellen, wordt deze door het bestuur bij het van kracht worden van dit reglement vastgesteld
op 20 jaren vanaf de laatste begraving. Het tariefonderdeel voor de grafhuur, zoals bedoeld in artikel 37 lid 1 sub
b, is derhalve gedurende deze periode niet verschuldigd. Als deze termijn is verstreken is verlenging van de
grafrechten mogelijk volgens de bepalingen in dit reglement.


2 Rechthebbenden met een grafrecht dat aantoonbaar voor onbepaalde tijd is verleend, zijn niet het tariefonderdeel
verschuldigd voor de grafhuur, zoals bedoeld in artikel 37, lid 1 sub b.


9. Slotbepalingen
9.1 Sluiting van een begraafplaats
Artikel 42

Het bestuur behoudt zich het recht voor de begraafplaats voor begravingen en voor het bewaren van asbussen te sluiten of gesloten te doen verklaren. Uitsluitend de betalingen voor begraving waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden daarna door het bestuur aan rechthebbende gerestitueerd. Het bestuur is niet aansprakelijk of kan aansprakelijk gesteld worden voor opgraving en overplaatsingskosten van resterende en/of graftekens naar andere begraafplaatsen.

 

9.2 Klachten
Artikel 43

Belanghebbenden kunnen omtrent feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het bestuur een schriftelijke klacht indienen. Het bestuur zal binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht beslissen en de klager schriftelijk daarvan in kennis stellen.

9.3 Onvoorzien
Artikel 44

In gevallen waarin dit reglement niet voor ziet, beslist het bestuur..

 

 


9.4 Vervallen verklaring eerdere reglementen
Artikel 45

Het bestuur herroept de bepalingen en voorschriften van eerdere reglementen, de begraafplaats betreffende en stelt dit reglement daarvoor in de plaats.

9.5 Wijziging reglement
Artikel 46

Dit reglement heeft de goedkeuring van de Bisschop van Roermond. Het bestuur is gerechtigd dit reglement te wijzigen. Wijzigingen in dit reglement behoeven eveneens de goedkeuring van de Bisschop van Roermond. De rechthebbenden worden in kennis gesteld van de wijzigingen.

Dit reglement is vastgesteld in de vergadering van het kerkbestuur d.d. 02-03-2005 en goed gekeurd door de Bisschop van Roermond d.d. 15-03-2005 en van toepassing verklaard met ingang van dd 15-03-2005


Bisdom van Roermond E.W.H R.J. Verheggen
pastoor / voorzitter