Vroeger bezochten jaarlijks duizenden mensen de kapel in Tienray, ondanks het feit, dat er geen moderne communicatiemiddelen waren. De beste reclame was ook toen zoals nu: "mond tot mond reclame" Het klooster te Tienray (gesticht in 1909) had een grote aantrekkingskracht op veel Duitsers. Toch kwamen er ook gerichte reclamecampagnes voor. Omdat paus Clemens XIV in 1772 aflaten verleende aan Tienray, liet pastoor Aerts duizend briefjes drukken in Venlo. Ook zijn opvolgers lieten dat doen. Vaak in twee talen. Deze briefjes kwamen in de kerken te liggen van Mook tot Roermond, zelfs in de kerken in Duitsland, in het grensgebied. In de kapel lagen gratis briefjes met daarop de kerkdiensten en zelfs de vertrektijden van de (extra) treinen stonden daarop afgedrukt. Aanplakbiljetten waren niet zo succesvol, omdat bij de meeste collega-pastoors het "biljet met grote spoed naar de snippermand" ging.Pastoor Maessen liet de aanvangstijden van de kerkdiensten in kranten opnemen. Die berichten kwamen dan te staan tussen huwelijksaankondigingen, advertenties voor geldloterijen en kienen voor wild enz. Zijn opvolger, pastoor Von Bönninghausen, vond dat maar niets en pakte het anders aan. Hij schreef een artikel met veel kleine illustraties over Tienray.Veel goeds verwachtte de pastoor van de kostscholen voor jongens en meisjes om Tienray bekend en bemind te maken. Hij had ze nog al eens naar Tienray weten te lokken. De "snaken" schreven en praatten daarover door het hele land, ook de Duitse kinderen.

 

Pastoor Von Bönninghausen ging met zijn parochianen op bedevaart naar St. Jozef in de Smakt, naar 0.L.Vrouw in ‘t Zand in Roermond, naar 't H. Bloed in Boxmeer. Op uitdrukkelijk schriftelijk verzoek van monseigneur Drehmanns, was de pastoor ook met een groep van Tienray naar het Mariacongres in Maastricht gegaan. Daarom prijkte Tienrays naam op 't prachtig gebeeldhouwde en gepolychromeerde schild dat gedragen werd voor het nieuwe vaandel van Onze LieveVrouw van Lourdes.

De pastoor vond het onnodig om de heren geestelijken uit te nodigen en ,,lam te maken” om met hun processie te komen. Hij hield er niet van de anderen mondeling en schriftelijk te belazeren en vond een kort flink woord voldoende.

 

Een processie is een plechtige optocht van priesters en gelovigen binnen of buiten de kerk, waarbij een kruis, een geconsacreerde hostie en/of beelden worden meegedragen. Het doel is God te eren, te danken en hulp te vragen.De processies in het dorp. Op verzoek van de deken van Horst stuurde de kapelaan tijdens de ziekte van pastoor Von Bönninghausen een overzicht over de processies in Swolgen. De kapelaan noemde niet alleen de route, maar ook de kleding, die daarbij gedragen werd en allerlei benodigdheden, die daarbij mee gedragen werden. Verder gaf hij aan of de processie plechtig of minder plechtig was. De processie werd vergezeld door de priester en de koster met licht en bel. In de kom van het dorp ging men te voet, maar door de afgelegen gebieden kwam de kar er aan te pas. In 1915 werd de volgorde nauwkeurig beschreven. Er namen misdienaars aan deel met oude toogjes en nieuwe toogjes. Die laatsen mochten tussen de vrouwen lopen. Verder waren er twintig bruidjes en vier herdertjes. Bij regen mochten er geen vaantjes mee. De kinderen mochten nooit met de handen aan de vaantjes komen. De meisjes mochten zelfs niet knielen. In Tienray kwam de grote trom er bij.

De processie werd over het algemeen afgehaald aan de ingang van het kerkhof. Soms waren er zelfs "plechtige lijken aan de huisen". Dan werden de luiken mooi versierd. De mensen van Tienray moesten dus eerst naar Swolgen lopen, om daar aan de processie te kunnen en mogen deelnemen. Deze processies gingen volgens de kapelaan sedert onheuglijke tijden. Er waren plechtige processies tijdens de drie zogenaamde kruisdagen vlak voor Hemelvaartdag, dus op maandag, dinsdag en woensdag. De eerste twee dagen liepen de gelovigen over de velden van Swolgen. De derde kruisdag (op woensdag) voor Hemelvaartdag en de processie op 15 augustus gingen over het kerkveld naar Tienray en weer langs de Donk en Linskens terug. In de huidige tijd zouden we zeggen: Over de Mgr. Aertsstraat en Swolgenseweg naar de kapel en op de terugweg gaan we via de Swolgenseweg, Donkerhofsteeg, Kleiweg, en de Generaal Dempseystraat naar de parochiekerk terug. De andere kleine plechtige processies geschieden op het kerkhof binnen de muren. Een minder plechtige processies was op het feest van Sint Marcus. Er doemden wel eens problemen op bij het houden van "nieuwe" processies. Deze mochten van de wetgever niet gehouden worden op de openbare weg. Zo trok op 15 augustus 1878 pastoor Maessen vanuit Swolgen in processie naar de kapel in Tienray. Er waren die dag twee "processiejagers", dus controleurs van de overheid, in Tienray. Na de hoogmis maakten ze bekend, dat tegen Maessen proces verbaal werd opgemaakt wegens het houden van een processie. Zonder zich daaraan te storen gaf Maessen met het klokje een teken voor de terugreis. De zondag onder het octaaf van Maria Hemelvaart maakte pastoor Van der Steen uit Meerlo hetzelfde mee. Uit andere plaatsen naar Tienray. Uit de vele processies naar Tienray noemen we er slechts enkele.

 

In 1774 heerste de beruchte veepest net over de grens met Duitsland. Een processie uit het Duitse Capelle kwam langs Kevelaer, maar ging naar Tienray.

 

In 1883 kwam tweemaal een processie uit Lobberich. Van de eerste keer is bekend, dat ze met een extra trein kwamen met ruim 200 mensen. Verder was het opvallend, dat er geen priester bij was. In 1877 kwam een processie uit Tegelen met in totaal 450 mensen onder leiding van pastoor Pennings en op 11 juni 1887 kwam een Rotterdamse processie.

Ter gelegenheid van het 450-jarig jubileum van de bedevaart in Tienray in 1890 kwamen zeer veel mensen. De pelgrims kwamen te voet, met de (huif)kar en de Jan Pleziers uit ons land, maar vooral uit Duitsland. Later kwamen de pelgrims per fiets, per auto en met bussen. Extra treinen brachten honderden pelgrims naar ons dorp, vooral Duitse. Door de week kwamen er steeds meer mensen, zodat er behoefte ontstond voor een dagelijkse mis.

 

Bezoek van de bisschop Op zondag 14 september 1884 kwam de 90-jarige bisschop Paredis met Mgr. Hoefnagels van Rolduc op bezoek. Hij wilde zijn verblijf in de kapel in gouden letters optekenen. Om 9.30 kwam de trein aan. In een galarijtuig, getrokken door twee paarden, ging het naar de kapel. Het rijtuig kwam van het kasteel van Well. Het eigen voertuig was ongeschikt om de bisschop mee te vervoeren. Dat werd soms gebruikt om aardappels te vervoeren. Er hingen langs de route zeventig nationale vlaggen op hoge kepers (lange stokken). De bisschop wilde na de dienst een tas goede koffie. Daar verstond de bisschop onder: niet te veel water met bruine borstsuiker (= uitgekristalliseerde kandijsuiker aan een touwtje). Verder wilde hij witte broodjes en een stuk appelvlaai. Na afloop wilde hij genieten van het roken van een lange aarden pijp. Hij wilde geen gebruik maken van de pastorie in Swolgen, maar gaf de voorkeur aan café, restaurant De Leijgraaf (vlakbij het station). Pastoor Maessen stuurde na afloop een bedankbrief aan de 90-jarige bisschop. Met als slot: Lang leve de 90-jarige bisschop, vivat, hoera. Hij heeft wel drie van die dankbrieven geschreven. Maar welke hij verstuurd heeft, is de vraag. Naar andere heiligdommen Vanuit Swolgen en Tienray gingen in 1913 veel mensen in processie naar de Smakt (112) Roermond in 't Zand (102) en Boxmeer (108) Lied en nieuw lied van de Sevenumse processie 10 juni 1908. De volgende processies kwamen naar Tienray:

 

Op de eerste zondag van de vasten kwam Lottum.

 

Op een zondag in mei kwam Well.

In juli kwam Melderslo.

Op het feest van Hemelvaart kwam Broekhuizen.

Op de zondag vóór 15 augustus kwam Broekhuizenvorst.

Op 15 augustus kwam Blitterswijck en zondag onder het octaaf van 15 augustus kwam Meerlo.

Op de eerste zondag in augustus kwam Wanssum en op zondag onder het octaaf van 8 september kwam Wellerlooi.

Rond het feest van Zeven Smarten was Maasbree aan de beurt.

Op zondag na St. Lambertus kwam Arcen en op zondag daarna kwamen de gelovigen van Sevenum. Op de eerste zondag van oktober kwam Swolgen.